InterConcept

Bouwen aan biodiversiteit 

In de ruimtelijke ontwikkeling komt natuurinclusief bouwen steeds vaker op tafel. Niet alleen vanuit ecologische overtuiging, maar ook door wet- en regelgeving en maatschappelijke druk. Tegelijkertijd vraagt de enorme bouwopgave in Nederland om snelheid en daadkracht. Dat wringt soms, maar hoeft geen tegenstelling te zijn. Biodiversiteit en bouwprojecten kunnen elkaar versterken, mits het proces vanaf de start goed wordt ingericht. Voor vergunningverleners, toezichthouders en handhavers ligt hier een belangrijke schakelpositie. 

Natuur als randvoorwaarde, niet als sta-in-de-weg 

Waar ‘de natuur’ vroeger als rem op ontwikkeling werd gezien, is die rol aan het kantelen. Biodiversiteit is inmiddels een beleidsdoel op zich en niet zonder reden. Een gezonde biodiversiteit draagt bij aan klimaatadaptatie, waterberging, luchtkwaliteit en leefbaarheid. Dat maakt het niet alleen ecologisch, maar ook maatschappelijk én juridisch relevant. 

De Omgevingswet stelt expliciet dat een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving het uitgangspunt is. Dit betekent dat ecologie vroeg in het proces op tafel moet liggen, of het nu gaat om woningbouw, bedrijventerreinen of infrastructuur. 

Van ambitie naar uitvoering 

Veel beleidsdocumenten staan vol ambities op het gebied van natuurinclusief bouwen. Denk aan termen als “groene stad”, “klimaatadaptief” of “levensloopbestendige wijken”. Maar de echte uitdaging zit in de vertaling naar uitvoering. Hoe toets je een bouwplan op biodiversiteit? Welke voorwaarden neem je op in een vergunning? En hoe houd je toezicht op ecologische maatregelen zonder het proces te vertragen? 

Juist binnen het VTH-domein ontstaan hier steeds vaker concrete vraagstukken. Denk aan: 

  • Omgevingsvergunningen met eisen rondom groendaken of nestgelegenheden; 
  • Meldingen over het kappen van bomen in het broedseizoen; 
  • Bouwplannen in of nabij Natura2000-gebieden; 
  • Discussies over de waarde van inheemse beplanting of waterberging als leefgebied. 

Rol van de Omgevingswet 

De Omgevingswet biedt ruimte om biodiversiteit als integraal belang mee te nemen in besluitvorming. Eén van de kernprincipes is het beschermen en verbeteren van de fysieke leefomgeving. Natuurinclusief bouwen sluit hier naadloos op aan, maar vraagt wel om een heldere afweging tussen publieke en private belangen. 

Voor vergunningverleners betekent dit toetsen aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) én oog hebben voor aanvullende aspecten zoals landschappelijke inpassing, soortenbescherming en klimaatadaptatie. Voor toezichthouders en handhavers geldt weten wat is vergund, waar de kwetsbaarheden zitten en hoe maatregelen uitgevoerd moeten worden. Ecologische kennis wordt daarmee steeds belangrijker binnen het werkveld. 

Biodiversiteit hoeft niet ingewikkeld te zijn zolang er vanaf de ontwerpfase aandacht voor is. Het helpt om biodiversiteit niet als apart thema te zien, maar als vanzelfsprekend onderdeel van goed omgevingsmanagement. Zo wordt het geen extra last, maar een logische stap binnen gebiedsontwikkeling. 

Capaciteit en kennis onder druk 

Gemeenten en omgevingsdiensten kampen regelmatig met capaciteitsproblemen, zeker bij piekbelasting of complexe aanvragen. Dan is het lastig om ook nog natuureffecten goed mee te wegen. Toch is dat nodig: niet alleen om juridische risico’s te beperken, maar ook om maatschappelijk draagvlak voor projecten te behouden. 

In zulke situaties kan tijdelijke ondersteuning of advisering uitkomst bieden. Denk aan inzet van ecologische expertise, versterking van het vergunningenteam of hulp bij het opstellen van standaardvoorschriften voor natuurinclusief bouwen. 

Waarom dit nu urgent is 

De urgentie om natuur en bouwen te verbinden groeit. Europese regelgeving, landelijke doelen voor natuurherstel en maatschappelijke druk maken dat gemeenten en omgevingsdiensten meer moeten doen met minder ruimte. Dat vraagt om wendbare uitvoering, scherpe prioritering en extra expertise. 

De combinatie van bouwen en biodiversiteit is geen trend, maar een noodzaak. Binnen het VTH-domein groeit de rol van ecologie en duurzaamheid snel. Wie als organisatie nu anticipeert op deze ontwikkeling, legt een stevige basis voor toekomstbestendig bouwen. 

Heb je als vergunningverlener of toezichthouder te maken met natuurinclusieve vraagstukken? Zorg dan voor duidelijke processen, actuele kennis en goede samenwerking met andere disciplines. Dat is niet alleen beter voor de natuur, maar ook voor de kwaliteit van onze leefomgeving.